Er zijn steeds meer aanwijzingen dat veroudering van cellen, ‘senescence’, een sleutelrol speelt in het verouderingsproces.

 

Een publicatie van Bio-Wetenschappen en Maatschappij (BWM) via Kennislink

 

Een senescente cel is een cel die door chronische of acute stress slijtage heeft opgelopen en hierdoor niet meer deelt. Bij die verouderde, senescente cellen is de celdeling gestopt terwijl de stofwisseling in de cellen nog wel actief blijft. Dat de celdeling stopt, voorkomt onder meer het ontstaan van kanker. De verouderde cellen zijn geen potentieel gevaar meer voor ongeremde deling.

 

Senescente cellen veranderen echter ook de weefselstructuur en zijn hierdoor mogelijk juist een aanzet tot het ontstaan van kanker. Zij scheiden stoffen uit die chronische laaggradige ontstekingen onderhouden en andere cellen in de omgeving tot celdelingen aanzetten.

 

Senescente cellen kunnen met name door twee mechanismen ontstaan: door verkorting van telomeren en door ophoping van cellulaire schade. Telomeren zijn de uiteinden van de chromosomen die met elke celdeling een stukje korter worden (replicatieve senescence). Na een bepaald aantal delingen zou de telomeerlengte te kort worden om celdeling nog mogelijk te maken: de zogenoemde Hayflick-limiet. Dit is vooralsnog slechts een theorie. Het is namelijk maar de vraag of cellen die Hayflick-limiet ooit in een mensenleven bereiken. Zelfs cellen van negentigjarige kunnen nog goed in het laboratorium gekweekt worden!

 

Ook door ophoping van cellulaire schade kunnen senescente cellen ontstaan (stress geïnduceerde senescence). Dit gebeurt onder ander door acute of chronische blootstelling aan stress, waardoor vrije zuurstofradicalen ontstaan, die de structuur van de cel kunnen beschadigen.

 

Van muizen naar mensen

Zijn senescente cellen nu werkelijk de oorzaak voor de veroudering? Recent is gebleken dat muizen waarbij de senescente cellen werden weggehaald nauwelijks of pas heel laat verouderen. Toch was de maximale levensduur van de muizen niet significant verlengd. Ouderdomskwalen als staar, osteoporose en spierarmoede waren bijna niet aanwezig in muizen met een lager aantal senescente cellen en hun lichamelijke conditie was veel beter vergeleken bij hun leeftijdsgenoten met een hoger aantal senescente cellen. In muizen zijn er dus sterke aanwijzingen dat de opstapeling van senescente cellen tot veroudering leidt.

 

De diversiteit in het verouderingstraject van mensen is enorm. Waar de ene 60-jarige qua gezondheid en uiterlijk wel 80 lijkt, ziet een ander er uit als 50. Er is een verschil tussen biologische leeftijd en chronologische leeftijd of de kalenderleeftijd. Het valt op dat de verschillen in biologische leeftijd bij een klimmende chronologische leeftijd steeds groter worden. In de loop van de tijd dragen zowel omgevingsfactoren en leefstijlfactoren als ook biologische mechanismen bij aan de snelheid van het verouderingsproces.

 

Ook bij mensen blijkt veroudering gekoppeld aan senescente cellen. Mensen met een hogere chronologische leeftijd hebben logischerwijze ook een hoger aantal senescente cellen, ondermeer in hun huid. Spannender is het gegeven dat mensen met dezelfde chronologische leeftijd behoorlijk kunnen verschillen in het aantal senescente cellen in hun weefsels!

 

Mensen uit langlevende families hebben een grote kans ook oud te worden. Al op middelbare leeftijd is er sprake van minder hart- en vaatziekten, een beter suiker- en vetmetabolisme en een beter afgesteld immuunsysteem vergeleken met hun leeftijdsgenoten uit de ‘normale’ populatie. Kortom, in families met een aanleg om oud te worden lijkt de biologische veroudering trager te verlopen. Ook de huid verraadt dat: de huid van mensen uit langlevende families bevat minder senescente cellen dan de huid van hun partners van dezelfde chronologische leeftijd.

 

Omgekeerd hebben mensen van middelbare leeftijd met chronische leeftijdsgeassocieerde ziekten, zoals hoge bloeddruk ook meer senescente cellen. Zelfs als je kijkt naar medicijngebruik – een heel grove manier om veroudering te definiëren – blijkt dat mensen die meer medicijnen gebruiken meetbaar ook meer senescente cellen hebben.

 

Net zo lang leven, maar gezonder

Dit onderzoek aan verouderende cellen is een belangrijke stap voor het begrip van veroudering in het algemeen en voor het ontwikkelen van interventies tegen veroudering. Het lanceren van een krachtige verjongingspil zal nog wel even op zich laten wachten. In de tussentijd kan de algemene gezondheid door levensstijl, gezonde voeding en fysieke beweging worden bevorderd.

Of ook het aantal senescente cellen hierdoor vermindert is nog ongewis. De eerste experimenten met muizen bieden in ieder geval hoop: hier werd geen verlenging van de levensduur bereikt, maar wel een vertraagd verouderingsproces, gevolgd door een vaak plotselinge dood. Er werd dus vooral winst geboekt op de kwaliteit van leven. Mensen willen niet zozeer oud worden, maar gezond blijven.