De meeste van jullie weten, dat ik suiker zo goed als verbannen heb uit mijn voedingspatroon. Het zal je daarom misschien verbazen dat ik het hier ga hebben over suikers die een genezing kunnen betekenen, ja ook voor diabetes! Het zijn op één na de minst bekende onder de suikers en het zal je ook verbazen waar het in voorkomt. Het gaat hier (glycobiologie) over de 8 essentiële suikers......

Glycobiologie is een vrij nieuwe wetenschap die zich bezighoudt met de structuur, de aanmaak en biologie van suikerketens. Deze suikers zitten als een soort antennes op de oppervlakte van al onze cellen en zorgen daar voor communicatie tussen de onderlinge cellen. Door deze antennes praten en herkennen cellen zich en kunnen ze ook een boodschap afgeven. Zodoende sturen deze suikermoleculen vrijwel alle lichaamsprocessen aan.

In de natuur bestaan er wel 200 soorten suikers, maar in de glycobiologie onderscheiden we de 8 essentiële suikers (deze suikers kunnen niet of nauwelijks door het lichaam gemaakt worden) , die nodig zijn voor de vorming van deze antennes. Twee van deze suikers glucose en galactose komen in overmaat voor in onze voeding, maar gebleken is dat de andere zes suikers regelmatig te weinig in onze huidige voeding voorkomen. Dan kan er miscommunicatie tussen de cellen ontstaan, wat verstrekkende gevolgen voor de gezondheid kan veroorzaken doordat bijvoorbeeld het immuunsysteem niet of minder goed kan functioneren.
We hebben deze suikers echt nodig, het is veelzeggend dat in borstvoeding 5 van de 8 essentiële suikers voorkomen.
Als het lichaam via voeding of eventueel via suppletie deze essentiële suikers binnenkrijgt, geven we het lichaam de kans om de cel tot cel communicatie te kunnen verbeteren. Dit heeft positieve gevolgen voor ons immuunsysteem, onze spijsvertering, hersenfunctie en geheugen.

Eén van deze suikers, te noemen Glucose (suiker), krijgen wij al voldoende binnen en zijn voor niet diabeten prima te consumeren, mits een teveel ervan. Want dan worden deze schadelijk en kunnen ze leiden tot het krijgen van diabetes, met alle gevolgen van dien. Maar dan ga ik je wat meer vertellen over die andere 7 minder bekende suikers.......

FUCOSE: komt voor in champignons, kelp, zeewier (wakame), Japanse bruine algen, medicinale paddenstoelen zoals Reiskhi, Shi I Take, Mai take, Coriolus Vescilor en zaden. Fucose komt ook voor in borstvoeding.
De werking van fucose is gebaseerd op remming bacterie groei (o.a. de schadelijke bacterie Helicobacter pylori die verantwoordelijk is voor maagzweer).
Tevens heeft fucose een ontstekingsremmende invloed bij darminfecties en luchtweginfecties, vermindert allergische reacties en herstelt de communicatie tussen cellen.

GALACTOSE: is een combinatie van galactose en mannose. Het komt voor in melk (suiker ofwel lactose), (vooral de black-eye)bonen, tomaat, zwarte bessen en hazelnoten. Galactose komt ook voor in borstvoeding.
De werking van galactose is belangrijk bij wondgenezing, verhoogt de calciumopname en bevordert opname van mineralen en vitamines. Bovendien versterkt galactose de darmflora, remt schimmelhechting, heeft een genezende werking op het slijmvlies, verhoogt de weerstand tegen ongunstige bacteriën, vermindert ontsteking en bevordert de cel tot cel communicatie.

MANNOSE: D-mannose is een enkelvoudig suiker die verwant is aan glucose. Het komt voor in bonen, linzen, bepaalde groenten (aubergine, broccoli, kool, paddenstoelen, shitaken en tomaten) en in fruit (appels, zwarte, blauwe en rode bessen, kruis- en veenbessen, cranberries, perziken en sinaasappels. Ook komt mannose voor in de gom van de Cumac boom uit India.
De werking van mannose is gebaseerd op verhoging van de weerstand tegen ongunstige bacteriën, virussen en schimmels en het remt de vorming van de schimmelcelwand. Bovendien heeft mannose een gunstige invloed op de samenstelling en werking van de darmflora, een ontstekingverminderende werking (bij o.a. reumatoïde artritis) en een anti histamine werking. Mannose heeft ook nog een gunstige invloed op de werking van de spijsverteringsorganen.

N-ACETYL GALACTOSAMINE: komt voor in runderproducten (bijvoorbeeld het bot waarvan bouillon wordt getrokken), bepaalde soorten roodwieren, agar en in shi I take paddenstoelen.
De werking van N-acetyl galactosamine is gebaseerd op de versterking van de darmvlokken en geeft het ondersteuning van de el tot cel communicatie. Een daling van de hoeveelheid van N-acetylgalactosamine geeft kleinere darmvlokken.

N-ACETYL GLUCOSAMINE: komt voor in chititne, dit is het stevige jasje van insecten, wormen, garnalen en schimmels. Het komt ook voor in shi I take paddenstoelen en haaienkraakbeen.

XYLOSE: wordt vaak gebruikt als suikervervanger in snoep en andere etenswaren. Xylose komt voor in aloë vera, berkensap, aubergine, bessen (frambozen, zwarte bessen. Loganbes), boswelia, broccoli, echinacea, erwten, gerst, gist, groene boon, guave, kool, maïs, okra, peer, psyllium, rogge, sperziebonen, spinazie en zaden.
Xylose heeft van nature antischimmel en antibacteriële eigenschappen. Het wordt regelmatig toegevoegd als zoetstof in kauwgum en geeft in tegenstelling tot glucose geen tandbederf, doordat xylose juist de vorming van bacteriën in de mondholte remt.
Bovendien bevordert xylose de groei van een gezonde darmflora en de cel tot cel communicatie.

N-ACETYL-NEURAMINEZUUR: wordt ook wel siaalzuur genoemd. Siaalzuur komt vooral voor in borstvoeding, rauwe melk en in kippeneieren. Siaalzuur komt ook voor in celwanden en in slijm, waar het de weerstand tegen ongunstige bacteriën en schimmels verhoogt. Siaalzuur moduleert het immuunsysteem door de viscositeit van het slijm te beïnvloeden, zodat bacteriën , virussen en andere ziekteverwekkers beter tegengehouden kunnen worden. Naarmate men ouder wordt neemt de aanwezigheid van siaalzuur af.

DIT ZIJN “SUIKERS” DIE EEN ANDERE FUNCTIE HEBBEN IN ONZE STOFWISSELING, EN GEEN ROL SPELEN IN DE BLOEDSUIKERSPIEGEL.

Wat doen glyconutrienten:
In 1975 werd wetenschappelijk aangetoond, dat deze “suikers” zich verbinden met eiwitten, vetten en andere suikers: GLYCOSILATIE. Ze vormen GLYCOFORMS / GLYCOMEREN, antennes in de vorm van haartjes van eiwitten, waarop zich deze “suikers” gehecht hebben. Deze glycoforms / antennes, zijn aanwezig op elk celmembraan (celoppervlak). Iedere cel, heeft een coating van deze glycomeren, GLYCOCALIX

Glycocalix, mantel van glyconutrienten
De functie van de Glycocalix is COMMUNICATIE.

De “suikers” in de coating op de celwand, zou je kunnen vergelijken met letters van het alfabet.

4 ikoontjes vormen samen letters – lettercombinaties vormen woorden – woorden vormen weer zinnen. Zo communiceren we met elkaar.

Combinaties van deze essentiele suikers, op elkaar geklikt, vormen een intra-cellulaire BRAILLE. Elke “suiker” heeft een vaste plaats. Cellen kunnen zo met elkaar communiceren, ze lezen elkaars codering (braille)

Ze zenden en ontvangen duizende malen per seconde boodschappen over en weer.

Celcommunicatie – Besturing – Regulering – Bescherming
Cel tot Cel Communicatie is de basis waar vanuit onze stofwisseling wordt aangestuurd.

Een goede celcommunicatie, is de basis voor de besturing, regulering en bescherming van onze hele stofwisseling (biochemie). Immers, er moet eerst een opdracht gegeven (gecommuniceerd) worden, voor er een proces (in de stofwisseling) uitgevoerd kan worden.

Zo zijn deze glycoforms in staat om alles waarmee ze in contact komen te “lezen” en daar d.m.v. communicatie op te reageren.

Gezonde cellen hebben specifieke combinaties van suikers, worden door elkaar herkend, en met rust gelaten.

Op afwijkende combinaties vindt geen herkenning plaats, ze worden “gelabeld” tot uitscheiding, en zo vernietigd. (b.v. bacterien of afwijkende cellen)

Ontbreken van “suikers” is het ontbreken van stukjes “letters”. De informatie overdracht is dan niet optimaal, dit heeft gevolgen voor de stofwisseling.

Daar waar 2 cellen een interactie hebben, spelen deze suikers een rol.
Een optimale celcommunicatie geeft een optimale informatie overdracht.
Daarmee is onze stofwisseling in staat verstoorde processen te herstellen /op te ruimen.

Glycocalix heeft functie in:

Celcommunicatie, informatie overdracht
Aansturing fysiologie
Regulering immuunsysteem, Immuun modulator
Remmen van aanhechting van bacterien, virussen en parasieten aan de cel
Regeneratie
Bloedstolling
Stevigheid bindweesel
Ondersteuning spijsvertering
Hersenstofwisseling, geheugen, concentratie, stemming
Binding aan andere proteinen, glycoconjugaten b.v. ei – zaadcel (bevruchting)
Zenuwgeleiding, neurotransmissie
Wondgenezing, weefselherstel
Hormoonwerking
Ontgifting
Sportprestaties: uithoudingsvermogen, beter herstel na inspanning, trauma.

Zo zie je maar weer, hoe belangrijk de juiste voeding is voor die machtige machine, je lichaam!!